fourteen lines
a serendipitous find, this documentary about A.L.Snijders, who died recently, affords an insight into work method. he writes very short stories, fourteen lines, he says to the camera as he is writing. the reasons for their shortness are not aesthetic but pragmatic. he almost always writes first thing in the morning and doesn't like writing for a long time because he has other things to do, outside on his farm in the achterhoek, like collecting wood on his tractor, sawing, chopping and working in the garden. every sunday one of his pieces dropped into my mailbox courtesy of a free email list maintained by his publisher, the last one was this one. it came on 16th november last year and then they stopped. no explanation. it was a lot longer than fourteen lines but when you're writing your last piece you're allowed to break your own rules — and also : just because something is fourteen lines in one place doesn't mean it's going to be fourteen lines in another.
Huwelijk
De parkeerplaats aan de rand van het bos heeft kleine steentjes, er staan lege auto’s van mensen zonder zorgen. Er staan ook twee mensen op fietsen met de neus naar elkaar, op afstand. De vrouw is jong, de man is ouder dan haar vader. Ze ontbinden hun verhouding, de vrouw zwijgt, de man praat. Ik sta bij mijn auto, ik hoor niet wat hij zegt, ik zie aan zijn rug dat hij praat. Een man die ouder is dan zijn vrouw wint het bij een scheiding. Ze zijn acht jaar getrouwd geweest, dat is niet genoeg voor evenwicht. Later zie ik ze in het park lopen, ze hebben hun fietsen achtergelaten op de parkeerplaats. Wat mij erg verbaast en zelfs verontrust is wat ik zie: hij vist, hij staat te vissen. Iedereen weet dat je in dit park niet mag vissen. Iedereen weet dat de boswachters hier streng zijn. Ik loop naar hem toe om te waarschuwen, ofschoon ik hem niet ken. Maar als ik zie dat zijn jonge vrouw op een bankje zit te wachten, loop ik door – ik aarzel, heb ik de situatie goed ingeschat? Ik ga nog twee keer naar het park met de bedoeling me te verontschuldigen, maar ik zie ze niet meer. Ik heb de bedoeling ze te vertellen dat ze nu tevoorschijn moeten komen, want ik ga voor lange tijd naar West-Vlaanderen, waar de boeren iedere dag bij het ploegen onontplofte granaten uit de grond halen. Maar ik zie ze niet meer, het is een grote teleurstelling. Als ik weer terug ben uit West-Vlaanderen, ben ik ouder geworden. Bij mijn eerste bezoek aan het park zie ik de fiets van de vrouw op de parkeerplaats staan. Deze keer wacht ik op haar in mijn auto. Ik spreek haar aan. Ze vertelt dat haar man filosoof is, met Ludwig Wittgenstein als specialiteit. Op mijn vraag of hij nog steeds ongestraft vist in het park, lacht ze verrukt en knikt trots. Het moet een goed huwelijk zijn, ik heb me vergist.